Onder veel psychische problemen ligt een oorsprong van trauma opgelopen in de kindertijd. Dit wordt ook wel Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering (VCT) genoemd. VCT komt voort uit de gevolgen van fysieke mishandeling, emotioneel misbruik, emotionele verwaarlozing en/of seksueel misbruik in de vroege jeugd.
Het onderliggend trauma van mensen met VCT wordt vaak niet herkend omdat het zich op andere manieren uit. Ook deze mensen zelf realiseren regelmatig niet wat erachter ligt. Ze zoeken dan therapie voor problemen die te maken hebben met de symptomen die hieruit voortkomen. Dit kunnen fysieke klachten zijn, slecht slapen, burn-out, verslaving of andere gedragsproblemen, emotionele problemen, relationele problemen, etc.
Diagnostisch onderzoek kan vervolgens vaststellen dat er problemen spelen die nog steeds niet de kern raken maar wel behandeld worden. Voorbeelden van deze diagnoses zijn persoonlijkheidsproblematiek, angststoornissen, eetstoornissen, autisme, ADHD, burn-out, chronische stress, enkelvoudige PTSS, etc. Soms is dit behulpzaam omdat de problemen een naam krijgen, maar vaak wordt hier op een dieper niveau iets ontkend.
Wanneer de complexere vormen van trauma (hechtingstrauma, CPTSS, dissociatieve stoornissen) die eronder verborgen liggen niet erkend worden, wordt de non-realisatie ook in stand gehouden. Dat is al erg genoeg maar de kans is groot dat de onderliggende impliciete herinneringen geactiveerd raken tijdens de behandeling. Eenvoudigweg gezegd wordt de doos van pandora geopend terwijl iemand er nog niet aan toe is. Hierdoor kan iemand zover ontregelen dat het soms onmogelijk lijkt om ermee ze te werken. Dit is voor de persoon alleen al enorm belastend, en kan het gevoel geven de controle volledig kwijt te raken over de binnenwereld. Als een behandelaar niet goed weet hoe hiermee om te gaan, kan dit leiden tot ernstige her-traumatisering.
Het weke hart van de therapeut
Door een gebrek aan kennis kan de behandelaar bijvoorbeeld extra hard gaan begrenzen en terugvallen op een professionele objectieve houding die als bedreigend en autoritair wordt beleefd. Of een behandelaar komt zo sterk in onmacht terecht dat hij of zij niets meer doet. Dit wordt ook als onveilig en afstandelijk ervaren en kan opnieuw de emotionele verwaarlozing activeren. Een behandelaar kan ook te vriendelijk en meelevend worden (het weke hart van de therapeut, zoals psychotherapeut Martijn Stöfsel dat noemt). Ook dit kan herbelevingen en dissociatie tot gevolg hebben die te maken hebben met de ingewikkelde dynamiek tussen dader en slachtoffer in een misbruikrelatie.
Kortom, de omgang met mensen, die door hun trauma-achtergrond soms uitdagend gedrag vertonen, kan ons soms op het verkeerde been zetten. De grootste valkuil is dat we ze gaan zien als lastige cliënten waar we niets mee kunnen, totdat we in staat zijn het onderliggende trauma te zien en daar in onze behandeling rekening mee te houden.
Een Trauma Sensitieve attitude
Wat ons specialisme ook is, om te kunnen werken met deze mensen vraagt van ons dat we trauma sensitief kunnen inspelen op de innerlijke conflicten van deze mensen. Hiernaast vraagt het ons om een stabiele en voorspelbare therapeutische relatie met ze aan te gaan. Ook al lijkt de relatie continu onder druk te staan. En als we al in contact komen met het ondraaglijke lijden van deze mensen moeten we in staat zijn onszelf te reguleren.
Mindfulness
Het vraagt de vaardigheid om de aandacht te kunnen richten en hierin te kunnen schakelen of pendelen. Naar buiten toe op een empathische betrokken manier bij de ander maar ook naar binnen toe om af te stemmen of we nog gereguleerd aanwezig kunnen blijven. Het instrument hiervoor is mindfulness op een speciale manier toegepast. De Birmese leraar Sayadaw U Pandita definieerde mindfulness op een hele praktische manier:
“Mindfulness is de observatiekracht van de geest: de kracht waarmee de geest een object helder en eenvoudig kan ervaren zonder erop te reageren.”
Samenvattend houdt dit dus in dat we een welwillende mentale kracht ontwikkelen waarmee we bij onze innerlijke of uiterlijke ervaringen kunnen blijven zonder dat we daar automatisch door meegenomen worden.
Somatic Experiencing
Om onszelf en onze cliënten niet alleen mentaal te kunnen reguleren maar ook emotioneel en fysiek, zijn de principes van Somatic Experiencing™ van Peter Levine erg ondersteunend. Somatic Experiencing is een lichaamsgerichte therapievorm die werkt op het integreren van traumatische ervaringen die opgeslagen zijn in het zenuwstelsel. We maken hierbij gebruik van onder andere het interoceptieve en proprioceptieve systeem. Het is met name het bewustzijn op deze laatste systemen die ons leren op een veel subtieler niveau gereguleerd te blijven. Het werkingsmechanisme van Somatic Experiencing op deze systemen is beschreven in dit artikel (Peter Payne, Peter A. Levine en Mardi A. Crane-Godreau 2015).
Vipassana / mindfulness meditatie
Somatic Experiencing gaat goed samen met vipassana inzichtmeditatie omdat veel uitgangspunten gelijk zijn. Somatic Experiencing geeft hiernaast veel meer mogelijkheden om emoties te reguleren dan vipassana meditatie. Wanneer cliënten Somatic Experiencing ondergaan geven ze vaak terug dat ze veel meer handvatten krijgen om om te gaan met hun ontregelingen, zo ook wanneer ze geactiveerd raken tijdens de beoefening.
Wanneer een behandelaar een trauma sensitieve attitude heeft, is het mogelijk om het trauma achter het gedrag waar te nemen. Dit vraag om te kunnen schakelen tussen wat er speelt (realisatie) en het kunnen reguleren van de reacties op deze realisaties, zowel bij de ander als bij zichzelf. Precies hiervoor hebben wij onze Trauma Sensitieve Mindfulness Retraite voor Professionals ontwikkeld.