Vandaag de eerste dag achter de rug van de post-HBO VCT bij CELEVT. VCT staat voor Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering (chronische trauma’s die zijn opgelopen voor het zesde levensjaar).
De behandeling van VCT vraagt een andere aanpak dan de behandeling van trauma’s ontstaan op latere leeftijd. Er is een fasegericht model voor ontwikkeld wat al geruime tijd succesvol wordt toegepast in de sGGZ en het ‘werk’ concentreert zich naast de trauma-behandeling vooral ook op het herstel van de beschadigde hechtingssystemen.
Over de inhoud van deze opleiding zal ik nog wel meer delen, maar allereerst wil ik het houden bij mijn persoonlijke ervaring en mijn eigen visie op mijn werk.
Wat best wel uitdagend voor me was, was dat het merendeel van de deelnemers in de reguliere zorg werkt. Psychiaters, GZ-psychologen, SPV-ers, noem maar op. Maar gelukkig zitten er ook een paar Psychosociaal Therapeuten in de groep, waar ik technisch ook toe behoor. Met mijn achtergrond van o.a. neuro linguïstisch programmeren, neurofeedback, mindfulness/vipassana meditatie, somatic experiencing en heart & sexuality ben ik best wel een vreemde eend in de bijt. En dat deed van alles met me. Vanuit mijn perceptie voelde ik mij tijdens de introductie-middag een buitenstaander, waarbij mijn oude overtuiging van ‘niet-goed-genoeg-zijn’ werd geactiveerd.
Na vandaag heb ik gelukkig een ander gevoel. Doordat ik in gesprek kwam met mijn mede-cursisten en daarmee ook in contact met ze kwam als mens, kon mijn systeem zich ontspannen. Mijn perceptie van niet goed genoeg zijn veranderde door het contact in; We zijn allemaal mensen, en we lopen allemaal ons eigen levenspad waarin we mogen vertrouwen en van elkaar leren.
Hiernaast is de visie van deze opleiding holistisch. We leren hierin een vorm die Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling (MIT) wordt genoemd. Waarbij ervan uitgegaan wordt dat iedereen zijn/haar eigen specialisaties heeft en dat dat te integreren is in een onderlinge samenwerking. Deze opleiding is dus ook bedoeld om regulier en complementair met elkaar in contact te komen, ook omdat trauma-slachtoffers naast een hele reguliere behoefte ook vaak een spirituele behoefte hebben.
Dit brengt mij op een actueel thema van mijzelf. Hoe zorg ik dat ik als therapeut niet mijn ‘brede blik’ kwijtraak. Want naast het relationele, emotionele, psychologische en fysieke vlak, richt mijn blik zich ook op het energetische en spirituele vlak, al heb ik met dat laatste tot nu toe niet te koop gelopen. Maar nu wel.
Ik ga daarom staan voor mijn spirituele kant.
Ik werk zichtbaar regulier/psychologisch/emotioneel/fysiek maar onzichtbaar ‘werk’ ik ook energetisch/spiritueel. Tijdens sommige sessies is dit zo sterk dat ik ‘niets’ meer hoef te doen. De kracht van het Licht neemt het dan over. Ik kan niet uitleggen hoe dit werkt, maar stel je maar voor dat er een lamp aan gaat die licht schijnt op je eigen schaduwkanten. Ze worden hierin zichtbaar en zacht, en worden daarmee uitgenodigd om te helen. Het mooie is dat dit niet alleen bij mijn cliënten gebeurt, maar ook bij mij.
Overigens gebeurt dit niet altijd zo sterk. Voor sommigen is het te confronterend dat de schaduwkanten in het licht worden gezet. Daar komt het basale mentaal/emotionele trauma-werk van pas; Werken met de expliciete en impliciete herinneringen, het herschrijven van scripts, het bewust laten worden van de hechtingspatronen, het ontladen en afronden van vastgezette trauma-energie, etc. etc.
En dan toch de vraag, durf jij je te wenden tot het Licht?
Mijn vak wordt steeds interessanter.