Boekbespreking

Een aantal maanden geleden werd ik door Uitgeverij Mens benaderd met de vraag of ik een review wilde schrijven over het toen net verschenen boek ‘Trauma-sensitieve Mindfulness’ van David A. Treleaven. Een vertaling van de engelstalige variant die al sinds 2018 op de markt is. 

Sinds ik retraites volg en begeleid ben gefascineerd geraakt door wat vipassana en mindfulness meditatie met trauma doet. Uit eigen ervaring wist ik al dat wanneer meditatie trauma-energie activeert je een ‘hard-time’ kunt hebben. Toen ik jaren geleden op de voordracht van David stuitte op YouTube merkte ik enorm veel herkenning en vooral erkenning. Eindelijk werd bevestigd wat ik intuïtief al wist. Je hoeft niet persé bij de ervaring te blijven maar mag er gedoseerd kennis mee maken. 

In zijn boek gaat hij gedetailleerd in op dit fenomeen en voor mij is dit een feest van herkenning. Dit boek volgt precies de manier waarop wij onze trauma sensitive retreats inrichten. Het gaat mooi in op trauma sensitief werken bij meditatie, door de polyvagaal theorie, de voorwaarden van een veilige omgeving, etc. maar het gaat nog verder op thema’s die ik als trauma-therapeut ook in mijn praktijk tegenkom. 

Verborgen trauma’s

Het zijn de verborgen trauma’s waar de auteur haarfijn de vinger op legt. Mensen komen vaak met klachten waarvan zij, en vooral hun omgeving, niet onderkennen dat hier jeugdtrauma achter zit. Ik hoor vaak noemen dat trauma een beladen woord is, wat vooral gaat over afschuwelijke geweldsmisdrijven, misbruik en ongelukken. En zelfs als mensen afschuwelijke dingen in hun jeugd hebben meegemaakt, zijn ze heel goed geworden om dit te bagatelliseren. Laat staan hoe uitdagend het is wanneer mensen subtielere vormen van geweld of misbruik hebben meegemaakt, zoals psychologische mishandeling of emotionele verwaarlozing. Het gaat hier vooral om het onvermogen om te realiseren wat er gebeurd is, omdat de herinneringen hieraan te overweldigend zijn en/of omdat mensen het referentiekader missen om dat wat ze meegemaakt hebben als beschadigend te zien. Iemand kan seksueel misbruikt zijn en dit als doodnormaal bestempelen. De angst en vooral de schaamte zijn vaak zo groot dat het onmogelijk is om de herinneringen te benaderen en de waarheid hierin te realiseren.

Voor de goede orde: Trauma verwijst naar bedreigende, overweldigende ervaringen die we niet kunnen integreren (Pat Ogden) en is daarmee van vele factoren afhankelijk; van de gevoeligheid van de persoon zelf, de omstandigheden, de sociale en culturele context, de geschiedenis, etc.

De standaard instructie van mindfulness is om de ogen te sluiten en ons op het lichaam te richten (de ademhaling). Dit is precies wat direct trauma-energie opwekt. De ogen dicht doen, betekent voor veel mensen met een trauma-achtergrond de verbinding en de oriëntatie met de omgeving afsluiten . Hiernaast is het lichaam een reservoir van angst en afschuw geworden, zoals Bessel van der Kolk zo treffend schrijft. Als je als begeleider mensen vervolgens aanmoedigt om bij de ervaring te blijven zal dit leiden tot een trauma-draaikolk waar geen ontsnapping uit mogelijk is. De kans op her-traumatisering is hierin levensgroot aanwezig. Er is dus veel meer nodig dan eenvoudigweg deze instructie geven. 

Ik hoor ook vaak dat mensen zijn aangespoord om er vanuit eigen verantwoordelijkheid ‘doorheen te gaan’. Ook dit is ooit tegen mij gezegd in een training, terwijl ik op dat moment aan de rand van de trauma-afgrond hing. De enorme schaamte over mijn onvermogen maakte dat ik hier niets op zei en net deed alsof ik het begreep. Ondertussen werd mijn systeem regelrecht de dissociatie in gejaagd. 

Een systemische kijk op trauma

Ik haal een enorm belangrijke boodschap uit dit boek voor wat trauma sensitiviteit betekent. Mensen kunnen trauma’s hebben op gebieden waar we ons, in onze cultuur of paradigma’s nauwelijks iets bij voor kunnen stellen als we het grotere systeem niet zien. Dit gaat vooral over mensen die tot een minderheidsgroep behoren, of beter gezegd; over mensen die als ene groep worden overheerst door een andere groep die vaak in de meerderheid is. Dit gaat niet alleen over de etnische achtergrond, maar ook over geslacht, seksuele geaardheid, uiterlijke kenmerken, opleidingsniveau, gezin van herkomst, religieuze achtergrond, gepleegde misdrijven, miskend psychisch geweld in intieme relaties, en ga maar zo door. 

Als voorbeeld hoe subtiel dit kan zijn, maakte mijn werkgever (ik werkte ooit in een mannencultuur) vaak als een soort liefkozend grapje, dat ik vast op ballet zou zitten. Hiermee probeerde hij goedbedoeld woorden te geven aan mijn fijngevoelige houding die ik ontwikkeld heb uit mijn jeugdtrauma. De impact hiervan was dat mijn trauma-systeem steeds weer te horen kreeg dat ik echt een watje was en dus ondergeschikt aan al die zogenaamd andere ‘stoere mannen’ waarmee we samenwerkten. 

Wanneer we het gedrag van iemand niet kunnen plaatsen in de context waarin het zich ontwikkelt heeft, verliezen we al snel onze trauma-sensitiviteit. En als we professioneel met deze mensen werken, en dus een autoriteitspositie innemen, kunnen we door dit onbegrip, mensen al snel voorbij lopen en zullen de trauma’s worden bevestigd of zelfs opnieuw worden geactiveerd. 

Trauma-sensitief werken betekent dus nogal wat. Het betekent dat we buiten ons denkraam moeten kunnen gaan en ons van hieruit moeten kunnen verbinden met het onmetelijke lijden wat de ander met zich meedraagt. 

Partij kiezen

David Treleaven zegt vervolgens iets opmerkelijks en treffends wat door maar weinig hulpverleners gezien wordt. Als je je met het lijden van de ander verbindt is het nodig dat je erkent wat die ander is overkomen, ook al kun je je bijna niet voorstellen dat voor deze persoon traumatiserend is geweest. Dat betekent dat je erkent dat mensen zijn blootgesteld aan een schade-veroorzakende omgeving, en dat er dus ‘daders’ zijn die hier verantwoordelijk voor zijn, ook al konden zij er door hun trauma niets aan doen. Wanneer je deze erkenning niet kunt of wilt geven, ga je automatisch aan de kant van de daders staan en doe je hetzelfde als wat iedereen in het leven van deze persoon heeft gedaan. Je kunt hierin dus absoluut niet neutraal en oordeelloos blijven, maar het vraagt je partij te kiezen. Zo erken je eerst de (externe) oorzaak van het lijden hierin, alvorens je iemand de werkelijke (interne) oorzaak van het lijden laat onderzoeken. Als je deze eerste stap overslaat zal iemand bevestigd blijven worden dat het trauma zijn/haar eigen schuld is. 

Het traditionele Boeddhistische denkkader biedt hier wat mij betreft een krachtig fundament in. Vanuit dit denkkader gaat het niet alleen om het beoefenen van meditatie om inzicht te ontwikkelen maar vooral om het ontwikkelen van onderscheid tussen wat heilzaam is en wat onheilzaam is. Dit is essentieel voor mensen met een trauma-achtergrond, omdat zij vele malen in hun leven misleidt en miskent zijn op dit vlak. 

Dit is dus een totaal ander perspectief dan mindfulness te zien als een soort heilige graal waarmee we onszelf kunnen ‘verbeteren’. David Treleaven is daarom ook terecht kritisch op de typische mindfulness instructie: “Blijf erbij aanwezig, en ga door met mediteren.” Hij zegt verder “Ook al zal het de docenten niet ontbreken aan compassie, ze onderschatten naar mijn idee de intensiteit van een niet-geïntegreerd trauma – en ze overschatten de voordelen van mindfulness.” Hier ben ik het volledig mee eens. 

Wanneer we dit als retraite begeleiders, mindfulness trainers, coaches en therapeuten beseffen, en vooral zelf deze ontwikkeling doorgaan, ontwikkelen we wat mij betreft op een natuurlijke manier trauma-sensitiviteit. 

Het boek ‘Trauma sensitieve mindfulness’ geschreven door David A. Treleaven is hier te bestellen bij Uitgeverij Mens!

Write A Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.